G. Versneld beëindigen
G1
‘Versneld beëindigen’ betreft de periode van een partij waarin alle resterende zetten moeten worden voltooid in een beperkte tijd.
G2
Voor aanvang van een wedstrijd moet aangekondigd worden of dit aanhangsel van kracht is of niet en of artikel G4 dan wel G5 wordt toegepast.
G3
Dit aanhangsel kan alleen van kracht zijn op partijen die vallen onder de normale regels of onder de Regels voor Rapidschaak zonder toegevoegde tijd per zet en niet op partijen onder de Regels voor Snelschaak.
G4
Als de aan zet zijnde speler minder dan twee minuten op zijn klok over heeft, dan mag hij, zo mogelijk, verzoeken om over te gaan op een niet-opsparende of wel-opsparende tijdsinstelling met 5 extra seconden per zet voor beide spelers. Dit is ook een remiseaanbod/-voorstel. Als dit remisevoorstel wordt afgewezen en de arbiter gaat akkoord met het eerder genoemde verzoek dan moet die extra tijd op de schaakklok worden ingesteld. De tegenstander krijgt 2 minuten extra tijd en de partij wordt voortgezet.
G5
Als artikel G4 niet van kracht is en de aan zet zijnde speler minder dan twee minuten op zijn klok over heeft, dan mag hij remise claimen voor zijn vlag valt. Hij moet de arbiter waarschuwen en mag de schaakklok stilzetten (zie artikel 6.12b). Hij mag claimen dat het niet mogelijk is dat zijn tegenstander op een normale manier kan winnen en/of dat zijn tegenstander geen poging doet de partij op een normale manier te winnen.
a. Als de arbiter er mee instemt dat de tegenstander geen poging doet de partij op een normale manier te winnen, of dat het niet mogelijk is om op een normale manier te winnen, dan moet hij de partij remise verklaren.
Anders moet hij zijn beslissing uitstellen of de claim afwijzen.
b. Als de arbiter zijn beslissing uitstelt, dan kan aan de tegenstander twee minuten extra bedenktijd worden toegekend en moet de partij worden voortgezet, indien mogelijk in aanwezigheid van een arbiter. De arbiter moet de definitieve uitslag later in de partij meedelen of zo snel mogelijk nadat er een vlag is gevallen. Hij moet de partij remise verklaren als hij ermee instemt dat het niet mogelijk is de slotstelling op een normale manier te winnen, of dat de tegenstander niet voldoende geprobeerd heeft op een normale manier te winnen.
c. Als de arbiter de claim heeft afgewezen dan moet aan de tegenstander twee minuten extra bedenktijd toegekend worden.
G6
Het volgende is van kracht voor een wedstrijd buiten aanwezigheid van een arbiter
a. Een speler mag remise claimen als hij minder dan twee minuten op zijn klok over heeft en voordat zijn vlag is gevallen. Dit beëindigt de partij.
Hij mag claimen op basis van het feit
1. dat zijn tegenstander niet op een normale wijze kan winnen, en/of
2. dat zijn tegenstander geen poging doet om op een normale wijze te winnen.
In (1) moet de speler de eindstelling opschrijven en zijn tegenstander moet dit verifiëren.
In (2) moet de speler de eindstelling opschrijven en een volledig bijgewerkt notatieformulier overleggen. De tegenstander moet het notatieformulier en de eindstelling verifiëren.
b. De claim moet worden voorgelegd aan de toegewezen arbiter.