Artikel 7: Onregelmatigheden
7.1
Als er zich een onregelmatigheid voordoet en/of de stukken moeten worden teruggezet naar een vorige stelling, dan moet de arbiter met uiterste zorgvuldigheid bepalen welke tijden op de schaakklok moeten worden aangebracht. De arbiter mag ook besluiten de kloktijden niet aan te passen. Zonodig moet hij ook de zettenteller van de schaakklok bijstellen.
7.2
a. Als tijdens een partij geconstateerd wordt dat de beginopstelling onjuist was, dan moet de partij ongeldig worden verklaard en moet er een nieuwe partij worden gespeeld.
b. Als tijdens een partij geconstateerd wordt dat het schaakbord anders lag dan artikel 2.1 voorschrijft, dan wordt de partij vervolgd maar de bereikte stelling moet worden overgebracht op een juist geplaatst schaakbord.
7.3
Als een partij begonnen is met verwisselde kleuren, moet er worden doorgespeeld, tenzij de arbiter anders beslist.
7.4
Als door toedoen van een speler een of meer stukken niet op de juiste plaats staan, dan moet hij de stelling in zijn eigen tijd herstellen. Indien noodzakelijk moet de speler of zijn tegenstander de schaakklok stilzetten en om de assistentie van de arbiter vragen. De arbiter kan de speler die de stukken van hun juiste plaats bracht bestraffen.
7.5
a. Als tijdens een partij blijkt dat er een onreglementaire zet is voltooid, moet de stelling teruggebracht worden naar de stelling onmiddellijk voorafgaand aan de onregelmatigheid. Als deze niet kan worden bepaald, moet de partij voortgezet worden vanuit de laatste vast te stellen stelling voor de onregelmatigheid. De artikelen 4.3 en 4.7 zijn van toepassing op de zet die de onreglementaire zet vervangt. De partij moet dan worden voortgezet vanuit deze herstelde stelling.
Als de speler een pion heeft gespeeld naar de rij die het verst van zijn beginpositie is verwijderd, de klok heeft ingedrukt, maar de pion niet heeft vervangen door een nieuw stuk, dan is de zet onreglementair. De pion moet vervangen worden door een dame van dezelfde kleur als de pion.
b. Na de in artikel 7.5a beschreven handeling moet de arbiter bij de eerste voltooide onreglementaire zet van een speler, twee minuten extra tijd aan zijn tegenstander geven; bij een tweede onreglementaire zet van dezelfde speler moet de arbiter de partij voor hem verloren verklaren. De partij is echter remise als de stelling zodanig is dat de tegenstander niet mat kan zetten door welke reeks van reglementaire zetten dan ook.
7.6
Wanneer gedurende een partij blijkt dat een stuk niet meer op zijn juiste veld staat, moet de stelling worden teruggebracht tot de stelling voor de onregelmatigheid. Als de stelling onmiddellijk voor de onregelmatigheid niet met zekerheid kan worden vastgesteld, moet de partij worden voortgezet vanuit de laatste vast te stellen stelling voor de onregelmatigheid.