Fritz 15

B. Regels voor Snelschaak

B. Regels voor Snelschaak

Previous topic Next topic  

B. Regels voor Snelschaak

Previous topic Next topic  

 

B1

Bij ‘snelschaak’ moeten alle zetten worden voltooid binnen een vastgestelde tijd van tien minuten of minder per speler; of de toegekende tijd vermeerderd met zestigmaal de toegevoegde tijd per zet is tien minuten of minder per speler.

 

B2

De straffen genoemd in de artikelen 7 en 9 van de Wedstrijdregels zijn één in plaats van twee minuten.

 

B3

De Wedstrijdregels zijn van toepassing als:

a. één arbiter toezicht heeft op één partij en

b. elke partij genoteerd wordt door de arbiter of zijn assistent en, zo mogelijk, met behulp van elektronische hulpmiddelen wordt vastgelegd.

 

B4

Als B3 niet van toepassing is dan worden de partijen gespeeld volgens de Regels voor Rapidschaak zoals vermeld in artikel A4, mede met inachtneming van A2.

 

B5

Het wedstrijdreglement moet omschrijven of artikel B3 of artikel B4 geldt voor de gehele wedstrijd.