Fritz 15

Artikel 11: Het gedrag van de spelers

Artikel 11: Het gedrag van de spelers

Previous topic Next topic  

Artikel 11: Het gedrag van de spelers

Previous topic Next topic  

 

11.1

De spelers dienen zich te onthouden van handelingen waardoor het schaakspel in diskrediet wordt gebracht.

 

11.2

Onder spelersgebied wordt verstaan: de speelruimte, toiletten, koffiekamer, rookruimte en andere door de arbiter aangewezen ruimten.

Onder speelruimte wordt verstaan: de ruimte waar de wedstrijd gespeeld wordt. Alleen met toestemming van de arbiter mag:

a.een speler het spelersgebied verlaten.
b.de aan zet zijnde speler de speelruimte verlaten.
c.iemand die geen speler of arbiter is, de speelruimte betreden.

 

11.3

a. Tijdens het spelen is het spelers verboden gebruik te maken van enigerlei aantekening, informatiebron of advies of op een ander schaakbord welke partij dan ook te analyseren.

b.Tijdens de wedstrijd is het een speler verboden om een mobiele telefoon of andere elektronische communicatiemiddelen in het spelersgebied bij zich te hebben. Als geconstateerd wordt dat een speler zo'n apparaat meegenomen heeft naar het spelersgebied, dan verliest die speler de partij. De tegenstander wint. Het wedstrijdreglement mag een andere, minder zware straf opleggen.

De arbiter mag de speler verzoeken dat hij zijn kleren, tassen en andere zaken op discrete wijze laat doorzoeken. De arbiter, of een door de arbiter aangewezen persoon die het onderzoek bij de speler uitvoert, moet van hetzelfde geslacht zijn als de speler. Als een speler weigert mee te werken aan dit onderzoek, dan moet de arbiter een straf opleggen overeenkomstig artikel 12.9.

c.Roken is alleen toegestaan in de door de arbiter aangegeven gedeelten van het spelersgebied.

 

.4

Spelers die hun partij hebben beëindigd, worden als toeschouwers beschouwd.

 

.5

Het is verboden de tegenstander, op welke wijze dan ook, af te leiden of te hinderen. Hieronder vallen ook onredelijke claims of onredelijke remisevoorstellen, of het maken van lawaai of het anderszins laten klinken van geluiden in het spelersgebied.

 

.6

Overtreding van enig deel uit de artikelen 11.1 - 11.5 moet leiden tot straffen overeenkomstig artikel 12.9.

 

.7

Wanneer een speler herhaaldelijk weigert zich aan de Regels voor het Schaakspel te houden, moet hij bestraft worden met het verlies van de partij. De arbiter stelt de score van de tegenstander vast.

 

.8

Als beide spelers schuldig zijn volgens artikel 11.7, dan moet de partij voor beide spelers verloren worden verklaard.

 

.9

Een speler heeft het recht om van de arbiter uitleg te krijgen over bepaalde punten uit de Regels voor het Schaakspel.

 

.10

Tenzij in het wedstrijdreglement iets anders wordt omschreven, mag een speler tegen elke beslissing van de arbiter beroep aantekenen, zelfs na het ondertekenen van het notatieformulier (zie artikel 8.7).